Pages

Monday 2 January 2012



Utilité de la langue française








cPouvons nous communiquer sans la langue française dans un pays francophone ? L'homme à cause de son caractère social se doit de comprendre une langue internationale. Ici au Bénin où le français est notre langue officielle nous les jeunes pour ne pas rester en marge de l'évolution de notre pays et celle du monde nous devons parler et comprendrele français . Ainsi, la langue française nous permet de participer à l'évolution de notre pays et de limer notre   
cervelle contre celle des jeunes des autres pays. Egalement, elle nous permet d'élargir notre vision des choses en nous ouvrant sur le monde extérieur. Le français nous donne le pouvoir de nous comparer aux autres pays par le biais des différents concours , colloques et conférences…..C'est donc une source d'épanouissement car grâce à elle on expose nos différents avis au monde entier.Quelle chance de se fait écouter par les autres ! Pour preuve nous ne pourrions jamais participer à ce concours de la francophonie si nous ne comprenions pas cette langue. L'utilité de la langue française pour les jeunes , en particulier les jeunes béninois n'est plus à démontrer. Le français est utile à plus d'un titre pour tout jeune béninois .D'abord parce que le pays a été colonisé par la France et n'a d'autres langues de travail que le français et ensuite parce que le pays fait partiedu vaste espace francophone. De ce fait le français est utile au jeune béninois pour communiquer et échanger des informations avec son environnement. Rien ne peut en effet se fait sans la maîtrise de la langue que ce soit  Pour les formalités administratives et commerciales · Pour l'apprentissage et l'enseignement · Dans le transport et les échanges · Pour s'épanouir et de se divertir · Pour aller à la rencontre d'autres cultures ( études, voyages, etc..) Bref quelque soit le lieu , le jeune francophone et e particulier le jeune béninois a besoin du français sous peine d'être vite marginalisé. En ce qui concerne les avantages ou l'importance de la langue française pour la jeunesse béninoise, nous pouvons en premier lieu énoncer la possibilité 
de voyager pour l'extérieur immédiat(Afrique) ou lointain(outre mer). Car des concourssont parfois organisés sur la langue française et les gagnants se voient offrir une possibilité de voyage sur l'extérieur. Ensuite, disons que la langue française est un moyen.

Tester vos connaissances en français


 

Vous pouvez faire ce test en ligne ou le télécharger sur votre disque dur. 



Les ressources en lignes
Les ressources en lignes ont pour but de vous aider dans l’apprentissage du français et notamment si vous travaillez seul  comprenant des exercices grammaticaux sur internet ainsi que des fiches théoriques (aide/ théorie).
 






 

Ce site s'adresse aux professeurs et aux étudiants de français langue étrangère. De nombreuses explications grammaticales suivies d'exercices. Tous niveaux.

http://www.lefrancaispourtous.com/aux.



Modes et temps du français

Indicatif                           
L'indicatif est le mode de la réalité.
Ce mode désigne une action, un état présentés comme réel dans le présent, le passé futur.                  

Impératif                 
L'impératif est le mode du commandement.
Conditionnel         
Le conditionnel est  le mode de la supposition.
Il exprime d'ordinaire un fait possible dont la réalisation dépend d'une condition
Subjonctif                            
Le mode subjonctif sert à exprimer une action désirée, 
douteuse, incertaine. Il présente un fait considéré à travers l'esprit de celui qui parle.
Présent              
Imparfait
Impératif présent
Conditionnel présent
Présent du                            subjonctif
Futur simple
Passé composé
Impératif passé
Conditionnel passé
Passé du subjonctif
Futur immédiat
Passé simple


Imparfait du subjonctif
Futur antérieur
Plus-que-parfait


Plus-que-parfait du subjonctif

Passé immédiat




Passé antérieur






























 



Le futur proche, également dénommé futur immédiat ou futur périphrastique, est un temps périphrastique du français faisant appel à un semi-auxiliaire. Il permet d'exprimer un événement dont on perçoit les signes avant-coureurs au moment présent (ex : Il va pleuvoir.), et qui va donc souvent se réaliser dans un court délai (d'où l'adjectif proche), mais pas toujours cependant (ex : Pour l'instant les cours sont faciles, mais tu vas en baver dans deux ans, quand tu seras en licence.) ; il peut aussi être utilisé en avertissement et non en prédiction, pour signaler l'existence des signes avant-coureurs et éviter ainsi que l'événement ne se produise (ex : Tu vas tomber !). Il a l'aspect inchoatif. On forme un futur proche à partir du semi-auxiliaire aller et de l'infinitif du verbe :
  • « Je mangerai » (futur simple)
  • « Je vais manger » (futur proche)


apprendre,  réviser et perfectionner votre français:







Mijn ICT-opdracht:



Een stripverhaal in twee talen   maken (Frans-Nederlands)met PowerPoint en een tekenprogramma.


omschrijving van de lesstof:
leerlingen  leren tekenen in Paint en de tekeningen verwerken tot een stripverhaal in PowerPoint.
Leerdoelen:
  Paint leren gebruiken.   
  PowerPoint leren gebruiken.
  Afbeeldingen zoeken op het internet.
  Grafische bestanden  opslaan en bewerken.
  Samenwerken met elkaar

  de doelgroep :

Eerste of tweede leerjaar van TL.
de voorkennis  van de doelgroep:

Deze leerlingen hebben, afhankelijk van het leerjaar, al heel wat ICT-vaardigheden opgebouwd

Naast het tekenen in Paint kunnen de leerlingen  gericht leren zoeken op het internet, afbeeldingen leren opslaan, maar ook de tekeningen leren invoegen in PowerPoint.

beschrijving van de organisatie van de computerles:

deze  school beschikt over een modern computernetwerk. De  leerlingen kunnen gebruik maken van  computers in de  ICT-lokalen
de plaats waar de opdracht wordt uitgevoerd en de beschikbare faciliteiten:
                              1- In een van de ICT lokalen
                   2- Er zijn verschillende werkruimtes en een mediatheek waarin de leerlingen met  computers aan de slag kunnen.
Inleiding 

PowerPoint is een  handig programma en kan op verschillende manieren gebruikt worden.  Met een digibord of projectiescherm en beamer ligt in de klas de wereld aan je voeten!
OPDRACHT: 

Het maken van een PowerPointpresentatie waarin de
leerlingen  een   aantal vaardigheden laten  zien.
Voor deze opdracht  kun je gebruik maken van bronnen op internet om een idee van jouw stripverhaal te   bepalen  zoals :
Eisen aan de opmaak 

In je PowerPointpresentatie  moet je gebruik maken van :
1.     Foto’s en illustraties die jouw presentatie verrijken , je mag zelf kiezen of je kaders op je foto’s wilt maken.
2.     Maak jouw presentatie  op een nette manier op.
3.     Een licht krant aan het eind van  de presentatie maken waar staat de namen van leerlingen die deze presentatie hebben gemaakt.


STAPPENPLAN

1.     Bekijk enkele voorbeelden van PowerPoint  http://powerpoint-online.nl/voorbeelden/ of

2.     Maak groepjes van twee leerlingen.  
3.     Zoek foto's op   internet  die horen bij het thema,  voeg die ook aan je presentatie toe.
4.     Maak een nieuwe map en geef die een naam. Hierin worden: alle afbeeldingen, tekeningen en de PowerPointpresentatie opgeslagen.
5.     Kies een thema voor het stripverhaal, bijv.: sprookjes, landen, dieren, angst, sport…
6.     Verzin de  stripfiguren die  in het verhaal moeten voorkomen:
·        De  figuren die  je gaat  tekenen in Paint
·         De  figuren/-afbeeldingen die je gaat  zoeken op het internet(Er zijn veel leuke achtergronden te vinden voor je strip.)
·        Je mag alle  afbeeldingen bewerken in Paint.
7.     Aan het eind ga je  PowerPoint: tekeningen invoegen, bewegend maken en geluid invoegen.
8.     Je mag  de dialogen   inspreken en de geluidsbestanden importeren.
9.     Zorg dat alle verplichte vaardigheden in het stripverhaal verwerkt worden.
10.   Je  geeft   een eindpresentatie voor je eigen stamgroep, gevolgd door een evaluatie met je klasgenoten en een eindbeoordeling door de instructeur.
11.  In jouw presentatie moet het logo en de slogan van de school voorkomen. Je vindt het logo via Google afbeeldingen. Welke zoekwoorden zou je hiervoor gebruiken?
12. Op het einde van je presentatie  moeten de voornamen staan van diegenen die aan het stripverhaal  hebben meegewerkt (geen familienamen!)
13. Stuur de presentatie  door naar jouw leerkracht.
Voor deze opdracht krijg je twee  lestijden. Je kan eventueel thuis verder werken. De presentaties  moeten  naar de leerkracht gestuurd    tegen maandag 1  april.

* Je zal moeten doorwerken om je werk op tijd af te hebben.
Probeer zoveel mogelijk zelfstandig te werken, maar bij problemen mag je natuurlijk hulp vragen