Vous pouvez faire ce test en ligne ou le télécharger sur votre disque dur.
Les ressources en lignes
Ce site s'adresse aux professeurs et aux étudiants de français langue étrangère. De nombreuses explications grammaticales suivies d'exercices. Tous niveaux.
http://www.lefrancaispourtous.com/aux.
Modes et temps du français
Indicatif
L'indicatif est le mode de la réalité.
Ce mode désigne une action, un état présentés comme réel dans le présent, le passé futur. |
Impératif
L'impératif est le mode du commandement.
|
Conditionnel
Le conditionnel est le mode de la
supposition.
Il exprime d'ordinaire un fait possible dont la réalisation dépend d'une condition |
Subjonctif
Le mode subjonctif sert à exprimer une
action désirée,
douteuse, incertaine. Il présente un fait considéré à travers
l'esprit de celui qui parle.
|
|
Présent
|
Imparfait
|
Impératif
présent
|
Conditionnel
présent
|
Présent
du subjonctif
|
Futur
simple
|
Passé
composé
|
Impératif
passé
|
Conditionnel
passé
|
Passé
du subjonctif
|
Futur
immédiat
|
Passé
simple
|
Imparfait
du subjonctif
|
||
Futur
antérieur
|
Plus-que-parfait
|
Plus-que-parfait du subjonctif
|
||
Passé
immédiat
|
||||
Passé
antérieur
|
Le futur proche, également dénommé futur immédiat ou futur périphrastique, est un temps périphrastique du français faisant appel à un semi-auxiliaire. Il permet d'exprimer un événement dont on perçoit les signes avant-coureurs au moment présent (ex : Il va pleuvoir.), et qui va donc souvent se réaliser dans un court délai (d'où l'adjectif proche), mais pas toujours cependant (ex : Pour l'instant les cours sont faciles, mais tu vas en baver dans deux ans, quand tu seras en licence.) ; il peut aussi être utilisé en avertissement et non en prédiction, pour signaler l'existence des signes avant-coureurs et éviter ainsi que l'événement ne se produise (ex : Tu vas tomber !). Il a l'aspect inchoatif. On forme un futur proche à partir du semi-auxiliaire aller et de l'infinitif du verbe :
- « Je mangerai » (futur simple)
- « Je vais manger » (futur proche)
apprendre, réviser et perfectionner votre français:
Mijn ICT-opdracht:
Een stripverhaal in twee talen maken (Frans-Nederlands)met PowerPoint en een
tekenprogramma.
omschrijving van de lesstof:
leerlingen leren
tekenen in Paint en de tekeningen verwerken tot een stripverhaal in PowerPoint.
Leerdoelen:
Paint leren gebruiken.
PowerPoint leren gebruiken.
Afbeeldingen zoeken op het internet.
Grafische bestanden opslaan en bewerken.
Samenwerken met elkaar
de doelgroep :
Eerste of tweede leerjaar van TL.
de voorkennis van de
doelgroep:
Deze
leerlingen hebben, afhankelijk van het leerjaar, al heel wat ICT-vaardigheden
opgebouwd
Naast
het tekenen in Paint kunnen de leerlingen gericht leren zoeken op het internet,
afbeeldingen leren opslaan, maar ook de tekeningen leren invoegen in
PowerPoint.
beschrijving van de organisatie van de computerles:
deze school beschikt over een modern
computernetwerk. De leerlingen kunnen
gebruik maken van computers in de ICT-lokalen
de plaats waar de opdracht wordt uitgevoerd en de beschikbare
faciliteiten:
1-
In een van de ICT lokalen
2- Er zijn verschillende werkruimtes en een
mediatheek waarin de leerlingen met computers aan de slag kunnen.
Inleiding
PowerPoint is een handig programma en kan op verschillende
manieren gebruikt worden. Met een
digibord of projectiescherm en beamer ligt in de klas de wereld aan je voeten!
OPDRACHT:
Het maken van een PowerPointpresentatie
waarin de
leerlingen een aantal
vaardigheden laten zien.
Voor deze opdracht
kun je gebruik maken van bronnen op internet om een idee van jouw
stripverhaal te bepalen zoals :
Eisen aan de opmaak
In je PowerPointpresentatie
moet je gebruik maken van :
1.
Foto’s en illustraties die jouw presentatie verrijken ,
je mag zelf kiezen of je kaders op je foto’s wilt maken.
2.
Maak jouw presentatie op een nette manier op.
3.
Een licht krant aan het eind van de presentatie maken waar staat de namen van
leerlingen die deze presentatie hebben gemaakt.
STAPPENPLAN
2.
Maak groepjes van twee leerlingen.
3.
Zoek foto's op internet die horen bij het thema, voeg die ook aan je presentatie toe.
4.
Maak een nieuwe map en geef die een naam. Hierin
worden: alle afbeeldingen, tekeningen en de PowerPointpresentatie opgeslagen.
5.
Kies een thema voor het stripverhaal, bijv.:
sprookjes, landen, dieren, angst, sport…
6.
Verzin de stripfiguren die in het verhaal moeten voorkomen:
·
De figuren die je gaat tekenen in Paint
·
De figuren/-afbeeldingen die je gaat zoeken op het internet(Er zijn veel leuke
achtergronden te vinden voor je strip.)
·
Je mag alle afbeeldingen
bewerken in Paint.
7.
Aan het eind ga je PowerPoint: tekeningen invoegen, bewegend
maken en geluid invoegen.
8.
Je mag de
dialogen inspreken en de geluidsbestanden importeren.
9.
Zorg dat alle verplichte vaardigheden in het
stripverhaal verwerkt worden.
10. Je geeft een eindpresentatie voor je eigen stamgroep,
gevolgd door een evaluatie met je klasgenoten en een eindbeoordeling door de
instructeur.
11. In jouw presentatie moet het logo en de
slogan van de school voorkomen. Je vindt het logo via Google afbeeldingen.
Welke zoekwoorden zou je hiervoor gebruiken?
12. Op het einde van je presentatie moeten de voornamen staan van diegenen die aan
het stripverhaal hebben meegewerkt (geen
familienamen!)
13. Stuur de presentatie door naar jouw leerkracht.
Voor deze opdracht krijg je twee lestijden. Je kan eventueel thuis verder werken. De presentaties moeten naar de leerkracht gestuurd tegen maandag 1 april.
Voor deze opdracht krijg je twee lestijden. Je kan eventueel thuis verder werken. De presentaties moeten naar de leerkracht gestuurd tegen maandag 1 april.
* Je zal moeten doorwerken om je werk op tijd af te hebben.
Probeer zoveel mogelijk zelfstandig te werken, maar bij problemen mag je natuurlijk hulp vragen